Vogels houden.
Veel werd er al over geschreven en nog meer over gepraat, het is dan ook een voortdurende bron van vermaak voor hen die er een vorm van verbinding mee hebben.
Dat je de stof op vele manieren kunt benaderen mag bekend zijn in brede kring.
Voor mij is het een niet te stuiten bron van vermaak en omdat ik heb wat door mij een dwarrelgeest bezit kan ik in een gesprek of betoog abrupt van het onderwerp afdwalen omdat er een trigger wordt geraakt die nieuwe raakvlakken beroerd en om die reden ook wat aandacht krijgen.
Het euvel is dat de richting van onderwerp geen leidraad is maar meer het switchen van her en der zoals het met dwarrelgedachten betaamt.
Als ik het vogelkrantje lees of op de fora vlieg ik ook van onderwerp naar onderwerp en heb er nog een mening over die wat mij betreft kunt aannemen of geheel in vrije keus naast je neer mag leggen.
Dat vrije heb ik hoog staan voor elk vrijdenkend mens.
Ik denk nog wel eens is dit zin of onzin als er met stelligheid iets als vaststaand wordt aangenomen.
Neem als voorbeeld hygiëne maatregelen in het algemeen of in bijzonder voor de volière .
Heb al wat mee gemaakt en ondervonden op dit gebied. Het laatste wat me opviel was een vraag waarop zelf al een antwoord was ingevuld, ging over kuren . Kuren een soort van heilige graal die overal de oplossing voor biedt. Dat we op die manier niet goed kunnen handelen willen er maar weinige geloven. Het leven zelf bepaalt of iets goed is of slecht voor een schepsel. Woorden als antibiotica zouden de alarmbellen moeten doen losbarsten, het betekent namelijk tegen het leven gericht zijn, anti = tegen, bio = leven. Geeft te denken zulke taal. Zo vernam ik eens van een deskundige dat veel kwalen door de liefhebbers met de verzorging mee werden ingeslepen. Gebrekkige hygiëne door de liefhebber is ook al een punt wat men zich kan aanrekenen. Het bekende cocs . syndroom ooit een ziekte van de veeartsen genoemd werd hoofdzakelijk door de liefhebbers zelf veroorzaakt meende men.
Kweken is dan tocht tegen gevallen uiteindelijk met de kanaries. Had er wat wit bij gehaald om daarmee voor ook in kleur variatie te voorzien, blijken het Duitse witte te zijn en ja die zijn niet zo mooi wit als de Engelse witte. Dus die aangeschafte weer opgeruimd en met de overige de kweek gedaan. Daarmee zijn we in bezit gekomen van in totaal 7 mannen en 11 poppen. De mannen zijn al druk bezig met de zangstudie te vervolmaken, waarvan geschreven dat de zanger die een goede vinkenslag ten gehore bracht er niet meer is. Mocht er een jong zijn die de aanleg toch heeft en de slag opneemt zullen we zeker zoveel mogelijk stimuleren de aanleg op te nemen. Is nu de tijd van studie naar de ontwikkeling ven de jonge garde waar intelligentie naar mogelijke genieën zal worden gevolgd om deze kwaliteit als eerste te bemerken en die exemplaren in voorkeur ze lang mogelijk te laten ontwikkelen en zeker niet voor volledig ontwikkeld een best lied als afgerond geheel ten gehore wordt gebracht.