Kweek
Na de vorige kweekperiode laat ik mijn koppels en de gekweekte jongen samen de rui doorlopen. Als deze voorbij is scheid ik de mannen en poppen. De gehele rustperiode zijn de mannen en poppen van elkaar gescheiden. Om na de kweek de rui te bevorderen stop ik de vogels in een kooi die wat donkerder is dan anderen. Hiermee stopt de broeddrift en vallen de vogels over het algemeen snel in de rui.
Twee maanden voor de kweek vang ik ontlasting op. Dat doe ik zowel in de kooi van de mannen als van de poppen. Dit gaat naar een vogelarts ter controle. Vogels die er, door wat voor omstandigheid dan ook, wat minder bijzitten neem ik dan ook mee. Als de vogels in goed conditie zijn verstrek ik de maand voorafgaand aan de kweek tarwekiemolie. Tevens verhoog ik het luchtvochtigheidspercentage naar 60-65% en zorg voor een ruimer voedselaanbod. Dat kan bijvoorbeeld door het percentage graszaden in het standaardmengsel te verhogen naar 40%.
Nadat de vogels een maand lang tarwekiemolie door het zaad hebben gehad zet ik de mannen en de poppen bij elkaar. Je kan er voor kiezen om met vaste koppels te werken. Echter je kan ook andere koppels samenstellen. Coloria’s zijn namelijk helemaal niet kieskeurig als het gaat om een partnerkeuze. Ik heb zelf regelmatig, zelfs tijdens de kweek, de samenstelling van koppels veranderd en binnen korte tijd werden er ook door de nieuw samengestelde koppels eieren gelegd.
Ik kweek natuurbroed en heb geen Japanse meeuwtjes in mijn bezit. Dat is ook niet nodig bij deze soort. Met de juiste aandacht, huisvesting en voedselaanbod zullen ze het gewoon zelf doen. Mogelijk dat een jong koppel het eerste nest verspeeld, maar daar leren ze van. Je zal zien dat de toekomstige nesten wel tot een goed einde brengen.
Als de koppels in de broedkooi zitten en het nestmateriaal is verstrek begint de man meestal snel aan de bouw van het nest. Ik maak gebruik van half-open nestkastjes of tralienestkastjes. Ook hebben ze bij mij nesten gebouwd en jongen grootgebracht in een zogenaamd nestkastje voor Gouldamadines. Het nestmateriaal bestaat voor voornamelijk uit kokosvezels. Bij mij maken ze over het algemeen gebruik van de gebleekte, omdat ze hier zelf ook op groot zijn gebracht. Eventueel kan je nog wat zachte materialen verstrekken, maar mijn ervaring is dat ze hier weinig tot geen gebruik van maken. Aan de buitenkant van de kooi, rondom het nestkastje, breng ik wat kunstgroen aan. De vogels voelen zich hierdoor veiliger.
Foto nestkastje met kunstgroen:
De nestkastjes hangen bij mij gewoon aan de buitenkant van de kooi. Bij veel kwekers zie ik de nestkastjes in de kooi hangen, maar dat is niet nodig. De vogels hebben op die manier meer ruimte in de kooi. De man bouwt het nest in een paar dagen helemaal af. De pop zit op het nest en zorgt voor de afwerking in het nest. Als het af is er nog slechts een kleine ronde opening die als ingang dient. Daarboven zit een soort afdakje.
De man gaat de pop nu achtervolgen. Dat doet hij zich door hoog op zijn poten te gaan staan op de stok en zich helemaal groot te maken. Minutenlang vliegt hij wild achter de pop aan. Vaak eindigt een dergelijke achtervolging in een verkrachting op de bodem van de kooi of volière. De man bijt zich vast in de nek van de pop en paart met haar. Als je over meerder koppels beschikt zal je zien dat in andere kooien tegelijkertijd hetzelfde ritueel plaatsvindt. Echter ik heb ook paringen meegemaakt die liefdevoller waren en gewoon op de zitstok plaatshadden. De meeste paringen vinden plaats in het nest uit het zicht van de kweker.
Een kleine week daarna zal het achterwerk van de pop groter worden. Ik noem dit altijd de ‘dikke bips’; het teken dat ze binnen een paar dagen eieren zal gaan leggen. Ook zie je een grotere opname van grit door de pop. Een paar dagen later legt de pop elke dag een ei en eindigt meestal bij 3-4 eieren. Ik heb ook een nest van 2 of 5 eieren gehad, maar dat zijn uitzonderingen. De pop zal vanaf het derde ei vast op de eieren broeden. Al die tijd krijgen de vogels nog steeds ‘maar’ 2 maal per week eivoer. Dat verandert pas als na 14-16 broeden de jongen uitkomen. De eerste 24 uur leven ze op hetgeen ze in het ei hebben gegeten. De dagen daarna voeren de ouders hoofdzakelijk eivoer zoals ik dat hierboven als heb beschreven.
Foto van een jong (9 dagen oud) op het nest
De pop zal de eerste dagen, afgewisseld door de man, de jongen warmhouden op het nest. Persoonlijk ring ik de jongen als ze 9 dagen oud zijn. Dan zijn de jongen groot genoeg, zodat het ringetje goed blijft. Een dag later zijn de poten te groot en wordt het moeilijker om de ring om de poot te krijgen. Vanaf een dag op 9-10 zal je merken dat de man en de pop overdag vaker van het nest zijn. Dat is ook de reden dat ik altijd zorg dat de temperatuur in mijn vogelverblijf op 20 graden staat. In deze periode gaan de ouders ook meer zaden aanbieden aan hun jongen. Als de jongen echt veren hebben komen de ouders alleen nog op het nest om de jongen te voeren. Meestal wordt in de dagen voordat de jongen moeten uitvliegen alweer gekeken naar een nieuwe nestmogelijkheid. De man zal de pop weer achtervolgen. Daarom bied ik in die periode vaak een tweede nestkastje en nestmateriaal aan. De man bouwt deze in recordtijd af, voedt in de tussentijd de uitgevlogen jongen (de jongen vliegen na ongeveer 23-24 dagen uit) samen met de pop. De jongen hebben bij het uitvliegen een gele snavel.
Een week na het uitvliegen van de jongen zijn er vaak al weer de eieren van de volgende ronde. Op dat moment richt de pop zich op het broeden en de man neemt de zorg van de jongen voor zijn rekening. Sommige kwekers kiezen ervoor, om de man met de jongen te scheiden van de broedende pop zodat de jongen de eieren niet beschadigen. Ik kies daar zelf niet voor. Dat levert soms inderdaad wat beschadigde eieren op. Echter er zijn ook jongen die ervoor kiezen in het nestkastje te slapen waar zij in groot zijn gebracht. Je zou het nestkastje ook 2 dagen na het uitvliegen kunnen verwijderen en dit weer op te hangen als de jongen zelfstandig zijn en uitgevangen kunnen worden. Hiermee voorkom je dat de jongen op het nieuwe nest van de ouders gaan zitten.
Foto net uitgevlogen jong:
Om ervoor te zorgen dat de jongen snel zelfstandig eten verstrek ik in de periode na het uitvliegen altijd Franse trosgierst. Dat is makkelijk te pellen en wordt naast het eivoer graag gegeten. Langzamerhand zullen ze ook graszaden gaan eten en uiteindelijk ook de grotere zaden die zich in het grasparkietenmengsel bevinden. Net na het uitvliegen van de jongen stel ik geen badhuis ter beschikking, omdat de jongen daarin kunnen verdrinken of een koudje kunnen oplopen als zij hierin onverhoopt terecht komen. Als de jongen een week uitgevlogen zijn krijgen ze weer de beschikking over een badhuis. Je zal zien dat ze hier direct, net als de ouders, op af vliegen en echt zeiknat uit het bad kruipen. Op de leeftijd van 40 dagen zijn de jongen zelfstandig en vang ik ze uit. Mijn voorkeur gaat er naar uit om ze bij oude vogels te plaatsen die de nieuwkomers wegwijs maken in de nieuwe kooi. Dan voorzie ik de jongen gelijk van een kleurring, zodat ik de mannen die vaak op de leeftijd van 2 maanden al wat zangoefeningen doen al kan onderscheiden.
De pupillen die de jongen in hun mondhoeken hebben, zodat de ouders hun bekkies in het donkere nest kunnen vinden, verdwijnen als ze ongeveer anderhalve maand oud zijn. Dan is de snavel nog wel gedeeltelijk geel. De snavel is volledig geel na het uitvliegen en wordt langzaam zwart. Dit meestal na 3 maanden het geval. Dan zijn, als de mannen nog niet hebben gezongen, de geslachten ook al goed te onderscheiden. De mannen hebben dan al vaag de rode wangvlekken. Bij de poppen is deze nog niet te zien. Na ongeveer 5-6 maanden zijn de jongen volledig op kleur. Op de leeftijd van 10 maanden kan je de vogels al weer inzetten voor de kweek. Dat doe ik persoonlijk niet. Ik wacht dan liever 2 maanden, totdat de jonge vogels een jaar oud zijn.
Nawoord
Dit is zoals ik het doe en op de manier die voor mij werkt. Ik hoop dat dit vogeltje aan populariteit zal winnen, want dat verdiend deze soort. En uiteraard verwacht ik dat kwekers ook meer met deze vogeltjes natuurbroed gaan kweken. Het kan absoluut! Je moet er wel wat tijd insteken en geduld hebben. Het bovenstaande zou je als houvast kunnen gebruiken. Mochten mensen vragen hebben mbt het kweken van deze vogels, dan help ik je graag op weg. Stuur mij een PM of laat een berichtje achter in het gastenboek van mijn website http://papegaaiamadine.webnode.nl/ of mijn Youtubekanaal http://youtube.com/blauwebisschop Op mijn website en Youtubekanaal zijn ook vele filmpjes van mijn vogels te vinden.
Succes!
HansV