De energie die het DNA ontvangt van het UV-licht, moet voldoende groot zijn en een gepaste golflengte hebben om een onomkeerbare wijziging in de DNA-structuur te veroorzaken. De gevoeligheidscurve heeft een spectrum dat ligt tussen 250 en 260 nm, met een maximum rond 254 nm. Dit spectrum ligt in het gebied van het UV-C-licht.
De benodigde UV-dosis wordt dus gedefinieerd als de hoeveelheid energie voor de golflengte van 254 nm toegepast per oppervlakte-eenheid gedurende een bepaalde tijd. Dit geeft volgende formule: {H = I . t} waarbij 'H' staat voor de UV-dosis, 'I' voor de intensiteit en 't' voor de blootstellingstijd. De gebruikte eenheid is joule (J) per vierkante meter (m2) of millijoule (mJ) per vierkante centimeter (cm2) waarbij 1 mJ/cm2 gelijk is aan 10 J/m2.
In België is er momenteel nog geen normering voor de vereiste UV-dosis. In Duitsland wordt gesteld dat een minimale UV-dosis van 250 J/m2 (25 mJ/cm2) op het einde van de levensduur van de lampen gegarandeerd moet worden. Uw waterbedrijf hanteert de waarde van 400 J/m2 (40 mJ/cm2). Deze dosis veroorzaakt een veelvoud van beschadigingen aan het erfelijk materiaal van de micro-organismen zodat een herstel nagenoeg uitgesloten is.