waar de meeste verenigingen mee zouden moeten beginnen is een goede herinneringsbrief te sturen, er staat een hele goede (voorbeeldbrief) achterop de keurmeesterslijst die elke verenigingssecretaris ontvangt van de bond.
Hier staat hij ook: http://www.nbvv.nl/content.asp?page=71
Vrijwel geen enkele vereniging gebruikt deze voorbeeldbrief en dat is erg jammer want als je deze brief zo volledig mogelijk invult heb je een prima eindresultaat.
Vaak ontbreekt helaas de meest belangrijke informatie in de herinneringsbrief.
De keurzaal en de datum staan er altijd in, maar wat er vaak ontbreekt is een opsomming (in grote lijnen) van welke vogels er ingestuurd zijn, dus zebravinken/meeuwen 28 stuks, Goulds 12 stuks, overige tropen 78 stuks, grasparkieten .., agaporniden .., enz.
Plus de collega keurmeesters.
Waarom zijn vooral die gegevens belangrijk? Wij kunnen dan thuis (vooraf) zien of er niet te veel of te weinig vogels zitten en of er voor elke keurdiscipline voldoende keurmeesters aanwezig zijn.
Het komt namelijk nog steeds voor dat we ter plekke geconfronteerd worden met een probleem.
Namelijk te keuren 240 "tropen en parkieten", 3 keurmeesters, dus 80 per man, dat mag, maar ter plekke blijkt dan dat er maar 30 kromsnavels zitten en 210 tropen die die ene kromsnavel keurmeester niet keuren mag net als het feit dat er soms geen keurmeester is die de keurbevoegdheid voor grasparkieten heeft, maar er wel 25 grasparkieten zitten enzovoorts.
Andere reden waarom aantal vogels en namen keurmeesters belangrijk zijn: er zijn dagen dat er een keurmeesterstekort is, en dat moet dan ingevuld worden met keurmeesters die elders over zijn.
Dus als er ergens een keuring is met 180 vogels en drie keurmeesters, dan is er 1 over die elders ingezet kan worden om een gat te dichten.
Vermelden dat er onder kunstlicht gekeurd wordt is niet echt belangrijk om dat in een herinnering te zetten, 't mag, maar dat ziet de keurmeester ter plekke wel.
Het vermelden dat de keuring om 9 uur begint is overbodig dat is namelijk overal zo.
Wat ik persoonlijk wel belangrijk vindt is dat men even vermeld of er een warme dan wel een broodmaaltijd wordt aangeboden, dan kan het thuisfront daar ook rekening mee houden, ideaal voor te dikke keurmeesters die beter niet 2x per dag warm eten voorgeschoteld krijgen.
Verder sluit ik me bij Louis aan, het is allemaal niet zo moeilijk toch?
De keurmeesters zullen er ter plekke niet zoveel van zeggen, behalve als het echt de spuigaten uitloopt, je bent tenslotte gast van de vereniging.
Maar we worden niet altijd als gast behandeld.
Trouwens nog iets waar de verenigingen eens mee op moeten houden is kanarieliefhebbers bij tropen/parkietenkeurmeesters laten voordragen en de tropenkwekers bij de kanaries.
Ik wordt wel eens moe van die kanarieboeren die ik elke keer uit moet leggen dat ik begin bij de zebravinken of de spitsstaarten en dat ze me dan heel glazig aan staan te kijken zo van: "zitten die er dan? Verrek zeg, nooit geweten..."
Of diegenen die ik moet uitleggen dat ik alle Grijze zebravink mannen op tafel wil hebben en ik vervolgens de vraag stellen tot welk kooinummer omdat ze het verschil niet weten tussen een man en een pop bij een zebravink, toeten noch blazen,
Als die liefhebbers hun eigen of aanverwante vogels voordragen hebben ze er zelf meer aan, 't is voor henzelf leuker, ze horen nog wat van de keurmeester, dus ze weten ook een beetje waar het aan schort of wat juist heel mooi is bij hun eigen vogels.
Enige voorwaarde is dat ze zich niet met de keuring bemoeien, maar dat lijkt me vanzelfsprekend.
Hier staat hij ook: http://www.nbvv.nl/content.asp?page=71
Vrijwel geen enkele vereniging gebruikt deze voorbeeldbrief en dat is erg jammer want als je deze brief zo volledig mogelijk invult heb je een prima eindresultaat.
Vaak ontbreekt helaas de meest belangrijke informatie in de herinneringsbrief.
De keurzaal en de datum staan er altijd in, maar wat er vaak ontbreekt is een opsomming (in grote lijnen) van welke vogels er ingestuurd zijn, dus zebravinken/meeuwen 28 stuks, Goulds 12 stuks, overige tropen 78 stuks, grasparkieten .., agaporniden .., enz.
Plus de collega keurmeesters.
Waarom zijn vooral die gegevens belangrijk? Wij kunnen dan thuis (vooraf) zien of er niet te veel of te weinig vogels zitten en of er voor elke keurdiscipline voldoende keurmeesters aanwezig zijn.
Het komt namelijk nog steeds voor dat we ter plekke geconfronteerd worden met een probleem.
Namelijk te keuren 240 "tropen en parkieten", 3 keurmeesters, dus 80 per man, dat mag, maar ter plekke blijkt dan dat er maar 30 kromsnavels zitten en 210 tropen die die ene kromsnavel keurmeester niet keuren mag net als het feit dat er soms geen keurmeester is die de keurbevoegdheid voor grasparkieten heeft, maar er wel 25 grasparkieten zitten enzovoorts.
Andere reden waarom aantal vogels en namen keurmeesters belangrijk zijn: er zijn dagen dat er een keurmeesterstekort is, en dat moet dan ingevuld worden met keurmeesters die elders over zijn.
Dus als er ergens een keuring is met 180 vogels en drie keurmeesters, dan is er 1 over die elders ingezet kan worden om een gat te dichten.
Vermelden dat er onder kunstlicht gekeurd wordt is niet echt belangrijk om dat in een herinnering te zetten, 't mag, maar dat ziet de keurmeester ter plekke wel.
Het vermelden dat de keuring om 9 uur begint is overbodig dat is namelijk overal zo.
Wat ik persoonlijk wel belangrijk vindt is dat men even vermeld of er een warme dan wel een broodmaaltijd wordt aangeboden, dan kan het thuisfront daar ook rekening mee houden, ideaal voor te dikke keurmeesters die beter niet 2x per dag warm eten voorgeschoteld krijgen.
Verder sluit ik me bij Louis aan, het is allemaal niet zo moeilijk toch?
De keurmeesters zullen er ter plekke niet zoveel van zeggen, behalve als het echt de spuigaten uitloopt, je bent tenslotte gast van de vereniging.
Maar we worden niet altijd als gast behandeld.
Trouwens nog iets waar de verenigingen eens mee op moeten houden is kanarieliefhebbers bij tropen/parkietenkeurmeesters laten voordragen en de tropenkwekers bij de kanaries.
Ik wordt wel eens moe van die kanarieboeren die ik elke keer uit moet leggen dat ik begin bij de zebravinken of de spitsstaarten en dat ze me dan heel glazig aan staan te kijken zo van: "zitten die er dan? Verrek zeg, nooit geweten..."
Of diegenen die ik moet uitleggen dat ik alle Grijze zebravink mannen op tafel wil hebben en ik vervolgens de vraag stellen tot welk kooinummer omdat ze het verschil niet weten tussen een man en een pop bij een zebravink, toeten noch blazen,
Als die liefhebbers hun eigen of aanverwante vogels voordragen hebben ze er zelf meer aan, 't is voor henzelf leuker, ze horen nog wat van de keurmeester, dus ze weten ook een beetje waar het aan schort of wat juist heel mooi is bij hun eigen vogels.
Enige voorwaarde is dat ze zich niet met de keuring bemoeien, maar dat lijkt me vanzelfsprekend.
Opmerking