ik denk ondanks we al jaren bepaalde vogel soorten houden en kweken we toch altijd blijven vechten tegen deze twee factoren.het is en blijft altijd moeilijk om vogels te kweken welke fors en groot moeten zijn, om dit vast tehouden. het tegenovergestelde is met vogels welke juist klein moeten zijn, zoals bvb een gloster. daarnaast is het met de kleuren en pigment vorming net zo gesteld. dat is niet alleen in onze vogelsport zo, maar ook in de pluimvee wereld is dit net zo. het blijft bvb altijd moeilijk om een kleurdwerg konijn rond en kg in gewicht te houden, als deze royaal gevoerd worden zitten ze zo op 1,5 kg wat dus te zwaar is. wij hebben dus standaardeisen gemaakt welke eigenlijk tegen deze twee natuur wetten ingaan. met de kleur is het net zo, om mooie goed helder grijze zebravinken te kweken blijft altijd oppassen, voordat je het weet is het grijs te bruinerig van tint, waardoor het grijs niet mooi helder is. vogels in de natuur hebben dit euvel wel. je ziet ook heel sterk als je even de natuur z'n gang laat gaan dat je kwa kleur en formaat zo weer terug bent bij af. ik zal een voorbeeld geven.
het gebeurd regelmatig dat er op een stuk grond of bos tamme konijnen los lopen en daar prima gedijen de eerste konijnen zijn vaak bonten, maar ook lopen er vaak dwergen bij of zelf vlaamsereuzen. als dit een aantal generaties tot een paar jaar doorgaat met aanfokken dan zie je na verloop van tijd dat er kwa kleur hoofdzakelijk nog de wildkleur konijngrijs losloopt en zwart. ook het formaat is gereduceerd tot een en het zelfde, van variatie breedte in model en formaat is niets meer terug te zien.
het zelfde doet zich ook voor in onze kooien en volieres. daarom is het kopppelen wat door ons gedaan wordt van noodzakelijk belang om onze tt kwaliteit vast tehouden. gebeurd dit niet of niet op de juiste wijze dan grijpt meteen het oergen terug en zijn wij weer terug bij af, daarom blijft het kweken van tt kwaliteit altijd moeilijk en zal dit nooit overwonnen worden.
de vogels die wij mooi vinden en aan de standaadeisen voldoen zijn in de natuur vogels voor de poes, je kunt je wel voorstellen dat de zwaar geblokte vogels mindersnel op kunnen vliegen dan de slanke types, die kleuren hebben ze ook niet voor niets, zal ook wel met schutkleur te maken hebben.
dit is uiteraard theorie van louis polane, ik zou graag vernemen als u andere ervaringen hebt omtrent dit verhaal.
het gebeurd regelmatig dat er op een stuk grond of bos tamme konijnen los lopen en daar prima gedijen de eerste konijnen zijn vaak bonten, maar ook lopen er vaak dwergen bij of zelf vlaamsereuzen. als dit een aantal generaties tot een paar jaar doorgaat met aanfokken dan zie je na verloop van tijd dat er kwa kleur hoofdzakelijk nog de wildkleur konijngrijs losloopt en zwart. ook het formaat is gereduceerd tot een en het zelfde, van variatie breedte in model en formaat is niets meer terug te zien.
het zelfde doet zich ook voor in onze kooien en volieres. daarom is het kopppelen wat door ons gedaan wordt van noodzakelijk belang om onze tt kwaliteit vast tehouden. gebeurd dit niet of niet op de juiste wijze dan grijpt meteen het oergen terug en zijn wij weer terug bij af, daarom blijft het kweken van tt kwaliteit altijd moeilijk en zal dit nooit overwonnen worden.
de vogels die wij mooi vinden en aan de standaadeisen voldoen zijn in de natuur vogels voor de poes, je kunt je wel voorstellen dat de zwaar geblokte vogels mindersnel op kunnen vliegen dan de slanke types, die kleuren hebben ze ook niet voor niets, zal ook wel met schutkleur te maken hebben.
dit is uiteraard theorie van louis polane, ik zou graag vernemen als u andere ervaringen hebt omtrent dit verhaal.
Opmerking