Mededeling

Collapse
No announcement yet.

Het spijsverteringsstelsel van de grasparkiet

Collapse
X
 
  • Filter
  • Tijd
  • Toon
Clear All
new posts

  • Het spijsverteringsstelsel van de grasparkiet

    duodenum), de nuchtere darm (jejenum) en de echte dunne darm (ileum). Aan de binnenzijde van de eerste darmlus bevindt zich de alvleesklier. Deze produceert een aantal enzymen, dat aan de twaalfvingerige darm wordt afgegeven voor verdere afbraak van de voedingsstoffen. De lever van de grasparkiet bestaat uit twee ongelijke kwabben. Een galblaas ontbreekt. De galwegen monden rechtstreeks uit in de twaalfvingerige darm.

    Het grootste deel van de vertering geschiedt in de dunne darm, waar ontelbare kliertjes hun enzymen afgeven. Terwijl het voedsel wordt voortbewogen, wordt het oplosbaar gemaakte gedeelte ervan door de darmwand opgenomen en komt in het bloed. De onverteerde en onverteerbare voedselbestanddelen belanden vervolgens in de dikke darm. In dit gedeelte van het darmkanaal wordt vocht aan de darminhoud onttrokken waardoor de uitwerpselen een vastere vorm krijgen.
    De dunne darm gaat praktisch zonder merkbare overgang over in de dikke darm. De blinde darmen zijn bij grasparkieten slechts rudimentair aanwezig. Het uiteinde van de dikke darm mondt uit in de cloaca. Ook de urineleiders en de ei- of zaadleiders eindigen in de cloaca. Uitwerpselen en urine verlaten de cloaca gezamenlijk. De cloaca is tevens onderdeel van het geslachtsorgaan van de vogel.

    De stofwisseling van de grasparkiet is zeer intensief. De grasparkiet neemt dan ook verscheidene keren per dag grotere hoeveelheden voedsel op. De dagelijkse zaadopname varieert sterk per vogel, maar ligt gemiddeld rond de 6 g. Uitgaande van een goed ontwikkelde grasparkiet van 55 gram, is dat bijna 11 procent van het lichaamsgewicht. Ter vergelijking: voor een mens van 75 kg zou dat neerkomen op een hoeveelheid van ruim 8 kg. De grote hoeveelheden voedsel die de grasparkiet nodig heeft, maken dat de vogel snel verhongert als de voerbak leeg blijft. Na 12 uur vasten is de bloedsuikerspiegel, dit is het gehalte aan glucose in het bloed, gezakt tot ongeveer de helft van de normaalwaarde. Al kort daarop zal de vogel zijn reserves opgebruikt hebben en het punt gepasseerd zijn waar herstel nog mogelijk is.
    Geheel in overeenstemming met de intensieve stofwisseling is de hoge lichaamstemperatuur. Deze is bij grasparkieten ongeveer 42 graden Celsius.
    Harrie
Working...
X